E-fiche 5 – Beslaglegging op onroerende goederen (Professionnal E-blad)

  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_validate() should be compatible with views_handler::options_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_submit() should be compatible with views_handler::options_submit($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_style_default::options() should be compatible with views_object::options() in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_style_default.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_validate() should be compatible with views_plugin::options_validate(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_submit() should be compatible with views_plugin::options_submit(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_argument::init() should be compatible with views_handler::init(&$view, $options) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_argument.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter_boolean_operator::value_validate() should be compatible with views_handler_filter::value_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter_boolean_operator.inc on line 0.

In dit e-blad:

De beslagbare onroerende goederen

Voor de bespreking van de verschillende onroerende procedures in het Belgisch recht, kan best een omkadering worden gemaakt van de goederen die door een onroerend beslag kunnen getroffen worden.

Artikel 1560 van het Gerechtelijk Wetboek geeft de volgende oplijsting:

"De schuldeiser kan de uitwinning vervolgen:

1° van de onroerende goederen en van hun als onroerend goed beschouwd toebehoren die eigendom zijn van de schuldenaar;

2° van de rechten van vruchtgebruik, erfpacht en opstal die aan de schuldenaar toebehoren op goederen van dezelfde aard."

Dit artikel verschaft de basis voor de gedwongen tenuitvoerlegging van de goederen en rechten die conform artikel 45 Hyp.W. met een hypotheek kunnen bezwaard worden.

1. Een onroerend goed of als onroerend goed beschouwd

Artikel 517 van het Burgerlijk Wetboek stelt:

"Goederen zijn onroerend uit hun aard, door hun bestemming of door het voorwerp waarop ze betrekking hebben."

Deze indeling gaat op voor zowel de goederen als de rechten.

Enkel de onroerende goederen die niet buiten de handel zijn, kunnen het voorwerp uitmaken van een onroerend beslag.

Uit hun aard

De artikelen 518 e.v. van het Burgerlijk Wetboek geven een indicatie van de onroerende goederen uit hun aard. Het criterium voor deze categorie goederen is de grond: het betreft alle goederen die er deel van uitmaken of ermee verbonden zijn.

De wettelijk bepaalde voorbeelden zijn:

  • Gronderven;
  • Gebouwen: in principe betreft deze groep volgens het Hof van Cassatie de goederen die duurzaam of gewoonlijk met de grond verbonden zijn, zodat 'bouwwerken' in het algemeen hierdoor getroffen worden;
  • Windmolens of watermolens;
  • Wortelvaste veldvruchten;
  • Onafgeplukte bommvruchten;
  • Schaarbossen;
  • Hoogstammige bomen.

Vele van deze begrippen zijn door de tijd geëvolueerd en door de rechtspraak bijzonder uitgebreid behandeld.

Door incorporatie of bestemming

Deze categorie onroerende goederen betreffen goederen die uit hun aard roerend zijn, maar die juridisch als onroerende goederen beschouwd worden wegens hun band met een onroerende zaak.

De wetgever heeft met deze bepaling het principe "accessorium sequitur principale" gehanteerd en zo de juridische realiteit het meest willen harmoniseren met de werkelijkheid. Hij voorzag in twee groepen:

  • 1. De voorwerpen die de eigenaar van een erf voor de dienst en de exploitatie van dat erf daarop geplaatst heeft (artikel 524 van het Burgerlijk Wetboek)
  • 2. De voorwerpen die door de eigenaar blijvend aan het erf verbonden zijn
  • Wanneer zij met gips, kalk of cement bevestigd zijn;
  • Wanneer men deze voorwerpen niet kan losmaken zonder die zelf of het gedeelte van het erf waaraan zij verbonden zijn, te breken of te beschadigen. (artikel 525 van het Burgerlijk Wetboek)

Deze goederen dienen niet uitdrukkelijk in het beslagexploot te worden vermeld.

Door het voorwerp waarop ze betrekking hebben

Aangezien deze categorie geen (verplaatsbare) voorwerpen- beoogt, bestaat het criterium uit de aard van de zaak waarop de patrimoniale rechten betrekking hebben. Deze zaken zijn onroerende goederen uit hun aard of door bestemming.

Hieronder vallen zowel de zakelijke rechten (vruchtgebruik, het recht van opstal, het recht van erfpacht, hypotheek,...) als de onroerende schuldvorderingen.

2. In eigendom aan de schuldenaar toebehoren

De gerechtsdeurwaarder zal zich in de eerste plaats moeten informeren over het mogelijk onroerend bezit van een schuldenaar. Hij kan hiertoe een inlichting bekomen bij het registratiekantoor.

Bij het verzoekschrift voor beslag moet ook een kadastraal uittreksel worden gevoegd dat alle inlichtingen omtrent het onroerend goed bevat, en geldt als eigendomsbewijs ten aanzien van de schuldenaar.

De wettelijke basis hiertoe ligt in artikel 141 Hypotheekwet:

"De vermelding van de onroerende goederen waarvoor een openbaar te maken akte of stuk is opgemaakt, bevat de volgende gegevens: geografische ligging (gemeente, straat of gehucht, politienummer), kadastrale beschrijving, zoals blijkt uit een uittreksel, minder dan een jaar oud, uit de kadastrale legger, aard en oppervlakte. Indien sedert de overschrijving van de laatste titel de gegevens betreffende de geografische ligging en de kadastrale beschrijving gewijzigd zijn, moeten die gegevens zoals ze blijken uit die titel eveneens worden vermeld.

Betreft het verdiepingen of gedeelten van verdiepingen van een onroerend goed bedoeld in artikel 577bis, § 11, van het Burgerlijk Wetboek, dan moet de vermelding tevens conform de gegevens zijn van de overgeschreven basisakte en van de overgeschreven akten die de basisakte hebben gewijzigd.

In de akte of het stuk waarvan de openbaarmaking vereist is, wordt de eigendomstitel van de desbetreffende onroerende goederen vermeld en de laatst overgeschreven titel indien hij minder dan dertig jaar oud is.

De Koning kan de in dit artikel genoemde identificatieregels aanvullen."

De gerechtsdeurwaarder zal dit document aanvragen aan de gewestelijke directeur van het Kadaster van het gebied waar het betrokken goed gelegen is. Dit kan per post, per fax of per e-mail.

3. De rechten van vruchtgebruik, erfpacht en opstal

Deze werden bovenaan reeds besproken bij de bespreking van de beslagbare onroerende vermogensrechten.

Bewarend beslag

1. Voorwaarden

De schuldvordering moet een zeker, opeisbaar en vaststaand karakter vertonen

Elke schuldeiser in het bezit van een zekere, opeisbare en vaststaande schuldvordering kan overgaan tot bewarend beslag op de roerende goederen in eigendom van zijn debiteur, indien diens solvabiliteit in het gedrang komt.

  • ZEKER: De vordering dient prima facie gegrond voor te komen, dit wil zeggen dat de beslagrechter slechts een marginaal toetsingsrecht heeft om de zekerheid van een vordering te beoordelen.
  • OPEISBAAR: de schuleiser mag de voldoening van de schuld in rechte opvorderen.
  • VASTSTAAND: het bedrag van de schuldvordering moet minstens bepaald of bepaalbaar zijn.

Indien een buitenlandse rechterlijke uitspraak aan deze vereisten voldoet, hoewel niet voorzien van een exequatur, kan dit ook dienen als basis om bewarend beslag te leggen.

Er moet sprake zijn van een zekere hoogdringendheid

Artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetbvoek luidt als volgt:

"Iedere schuldeiser kan in spoedeisende gevallen aan de rechter toelating vragen om op de voor beslag vatbare goederen van zijn schuldenaar bewarend beslag te leggen."

Het bewarend beslag moet steeds getuigen van een urgent karakter.

De maatregel moet zowel op het moment van beslaglegging als op het moment dat de rechter oordeelt, geoorloofd zijn wegens een risico op insolvabiliteit van de schuldenaar. Het bewijs dient echter niet verplicht in het begin geleverd te worden, maar mag ook tijdens de procedure aangeleverd worden.

Er zijn vele feitelijke omstandigheden in de rechtspraak beoordeeld die al dan niet noopten tot het bestaan van urgentie in een bepaald geval, zoals bijvoorbeeld:

  • Het aantal beslagbare middelen in het bezit van de schuldenaar;
  • Het feit dat de schuldenaar al dan niet in het buitenland verblijft;
  • ...

2. Procedure

De procedure voor het bewarend beslag op onroerend goed wordt beschreven in hoodstuk III van deel V van het Gerechtelijk Wetboek.

Er is nog geen vonnis ten gronde voorhanden

Het verzoekschrift

Artikel 1026 van het Gerechtelijk Wetboek bevat de "gemeenrechtelijke" vermeldingen voor een verzoekschrift, zijnde:

  • Dag, maand en jaar;
  • Naam, voornaam, beroep en woonplaats verzoeker (of van diens wettelijke vertegenwoordigers);
  • Onderwerp en gronden van de vordering;
  • Aanwijzing van de rechter die kennis moet nemen van de vordering;
  • Tenzij wettelijk anderszins bepaald: handtekening van de advocaat van de partij

Volledigheidshalve wordt gestipuleerd dat deze vermeldingen op straffe van nietigheid zijn voorgeschreven.

Artikel 1430 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt echter nog enkele vermeldingen, specifiek voor het onroerend bewarend beslag:

"Het verzoekschrift om bewarend beslag te leggen op onroerende goederen bevat, behalve de in artikel voorgeschreven vermeldingen, een opgave:

1° van de titel, de oorzaken en het bedrag of de raming van de schuldvordering;

2° van de goederen waarop beslag moet worden gelegd;

3° de naam, voornamen en woonplaats van de schuldenaar.

Bij het verzoekschrift worden gevoegd:

1° een uittreksel uit de kadastrale legger betreffende de goederen waarop beslag moet worden gelegd;

2° een getuigschrift van de hypotheekbewaarder met eventuele vermelding van alle bestaande inschrijvingen en alle overschrijvingen van een bevel of een beslag betreffende die goederen.

Uittreksel uit de kadastrale legger

Bij het verzoekschrift voor beslag moet ook een kadastraal uittreksel worden gevoegd dat alle inlichtingen omtrent het onroerend goed bevat, en geldt als eigendomsbewijs ten aanzien van de schuldenaar.

De wettelijke basis hiertoe ligt in artikel 141 Hypotheekwet:

"De vermelding van de onroerende goederen waarvoor een openbaar te maken akte of stuk is opgemaakt, bevat de volgende gegevens: geografische ligging (gemeente, straat of gehucht, politienummer), kadastrale beschrijving, zoals blijkt uit een uittreksel, minder dan een jaar oud, uit de kadastrale legger, aard en oppervlakte. Indien sedert de overschrijving van de laatste titel de gegevens betreffende de geografische ligging en de kadastrale beschrijving gewijzigd zijn, moeten die gegevens zoals ze blijken uit die titel eveneens worden vermeld.

Betreft het verdiepingen of gedeelten van verdiepingen van een onroerend goed bedoeld in artikel 577bis, § 11, van het Burgerlijk Wetboek, dan moet de vermelding tevens conform de gegevens zijn van de overgeschreven basisakte en van de overgeschreven akten die de basisakte hebben gewijzigd.

In de akte of het stuk waarvan de openbaarmaking vereist is, wordt de eigendomstitel van de desbetreffende onroerende goederen vermeld en de laatst overgeschreven titel indien hij minder dan dertig jaar oud is.

De Koning kan de in dit artikel genoemde identificatieregels aanvullen."

De gerechtsdeurwaarder zal dit document aanvragen aan de gewestelijke directeur van het Kadaster van het gebied waar het betrokken goed gelegen is. Dit kan per post, per fax of per e-mail.

Een getuigschrift van de hypotheekbewaarder

De hypotheekbewaarder dient volgens de bepalingen van artikel 127 Hypotheekwet een attest af te leveren met de vermelding van alle zakelijke rechten waarmee het onroerend goed bezwaard is.

Artikel 127 Hyp.W.:

"De hypotheekbewaarders zijn gehouden getuigschriften af te geven, waarbij worden vastgesteld de overgangen en de toekenningen van zakelijke rechten, alsook de huurcontracten, toegestaan door alle personen, aangewezen in de schriftelijke vorderingen welke hun te dien einde worden gedaan.

Zij zijn eveneens gehouden aan ieder die erom verzoekt, afschrift te geven van de bestaande inschrijvingen of overschrijvingen, ofwel getuigschriften waarbij wordt vastgesteld dat er geen bestaan.

Ongeacht de dagtekening van de akte en van de overschrijving ervan, zijn zij gehouden de akte bedoeld in artikel 577-4, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, en de wijzigingen ervan, in het getuigschrift te vermelden."

Het verzoekschrift moet bezorgd worden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het beslag gevraagd wordt.

De beslagrechter zal dan binnen de acht dagen een beschikking verlenen, die op straffe van nietigheid het bedrag vermeldt waarvoor beslag wordt gelegd, evenals de onroerende goederen die zullen beslagen worden. De kennisgeving van de beschikking geschiedt binnen de drie dagen na de uitspraak bij gerechtsbrief.

Er is een vonnis ten gronde

Elk vonnis geldt als toelating om bewarend beslag te leggen voor de veroordelingen die het vonnis bepaalt, en dit ongeacht de toekenning van de voorlopige tenuitvoerlegging, tenzij de rechter ten gronde deze mogelijkheid uitdrukkelijk heeft uitgesloten of wanneer uitstel van betaling werd toegekend.

Een dergelijke uitspraak is voldoende om tegemoet te komen aan de vereiste van een zekere, opeisbare en vaststaande schuldvordering. Er dient m.a.w. nog steeds te worden voldaan aan de vereiste van spoedeisenheid. De schuldeiser kan voor de zekerheid ook de toestemming van de beslagrechter bekomen.

Er moet geen bevel betekend worden

In afwijking van het bepaalde voor uitvoerend beslag, dient voor een bewarend beslag geen bevel tot betalen te worden betekend, aangezien het een maatregel betreft die sowieso wordt bevolen uit vrees voor de insolvabiliteit van de schuldenaar.

Artikel 1432 van het Gerechtelijk Wetboek:

"Aan het bewarend beslag op onroerend goed moet geen bevel voorafgaan.

Het beslag wordt gedaan bij deurwaardersexploot, dat aan de schuldenaar wordt betekend en, op straffe van nietigheid, bevat:

1° een afschrift van het verzoekschrift en van de beschikking waarbij het beslag wordt toegestaan, of, indien het nog niet is betekend, van het vonnis dat als toelating geldt, zoals bepaald is in artikel 1414;

2° vermelding van de identiteit van de schuldenaar, met naam, voornamen, beroep, woonplaats en geboorteplaats en -datum;

3° nauwkeurige aanwijzing van de in beslag genomen goederen overeenkomstig artikel 1568;

4° het uittreksel uit de kadastrale legger."

Dit beslag dient te worden overgeschreven binnen de maand nadat de beschikking door de beslagrechter werd geleverd. Indien deze overschrijving niet gebeurde, wordt de beschikking als niet-bestaande beschouwd en is het bewarend beslag nietig.

Het is de datum waarop het beslagexploot wordt aangeboden op het hypotheekkantoor die in rekening zal worden genomen. De hypotheekbewaarder moet het beslag binnden de acht dagen overschrijven, op straffe van nietigheid.

Daarbij dient de fiscus te worden ingelicht. Hiertoe dient de gerechtsdeurwaarder binnen de 24 uur na de beslaglegging een aangetekende kennisgeving te versturen naar zowel de ontvanger van het gebied waar de beslagene zijn woon- of hoofdverblijfplaats heeft, als de ontvanger van het gebied waar het onroerend goed gelegen is.

Het is mogelijk dat er meerdere keren bewarend beslag wordt gelegd op eenzelfde onroerend goed.

Er vindt door het bewarend beslag geen buitenbezitstelling plaats: de schuldenaar mag het onroerend goed als een goed huisvader beheren. Vanaf de dag van de overschrijving van het beslag mag er echter in de regel geen daad van vervreemding of hypotheekvestiging worden.

Overeenkomstig artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek dient de gerechtsdeurwaarder binnen de drie werkdagen na de betekening van het beslagexploot een bericht te verzenden aan het Centraal Bestand van berichten.

De hernieuwing

Een bewarend beslag heeft een geldingsduur van drie jaar, met ingang van de dagtekening der overschrijving. Het beslag houdt vanaf dat moment van rechtswege op te bestaan, en de hypothecaire publiciteit in de getuigschriften wordt opgeheven.

De schuldeiser die het bewijs levert dat zijn beslag moet bestendigd worden, moet de vernieuwing vragen ten minste 15 dagen voor het verstrijken van de geldigheidsduur. Deze termijn van 15 dagen is een vervaltermijn.

Ook in geval van verzoek tot vernieuwing van een bewarend beslag dient de voorwaarde van urgentie vervuld te zijn.

Artikel 1439 van het Gerechtelijk Wetboek:

"De beschikking wordt aan de schuldenaar betekend. Zij wordt als niet bestaande beschouwd, indien de vernieuwing van de overschrijving niet gevraagd is vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het vroegere beslag.

De vernieuwing heeft plaats op overlegging aan de bewaarder van twee exemplaren van een verzoekschrift met nauwkeurige opgave van de te vernieuwen overschrijving samen met de uitgifte van de beschikking en het exploot van betekening, onverminderd de toepassing van artikel 90, 2e lid, van de wet van 16 december 1851, zo daartoe grond bestaat."

Indien het beslag vernieuwd wordt, betreft het bijgevolg geen nieuw beslag. Nochtans kan de schuldeiser opteren om rechter machtiging te vragen na de termijn van drie jaar voor nieuw beslag op hetzelfde goed.

Indien de vernieuwing van het beslag geweigerd wordt, staat er geen rechtsmiddel ter beschikking van de schuldeiser.

De doorhaling van het beslag

Indien de beschikking van de rechter wordt ingetrokken, wordt het beslag geacht opgeheven te zijn en moet er een hypothcaire doorhaling gebeuren.

De beslissing van de rechter is hierbij steeds uitvoerbaar bij voorraad: de hypotheekbewaarder moet overgaan tot de doorhaling niettegenstaande elk rechtsmiddel.

De procedure voor de doorhaling van de overschrijving op het hypotheekkantoor staat beschreven in de artikelen 92-94 van de Hypotheekwet.

Uitvoerend beslag

Overeenkomstig artikel 1560 van het Gerechtelijk Wetboek kan iedere schuldeiser de uitwinning vervolgen van (beslagbare) onroerende goederen. Dit geldt voor zowel de hypothecaire als de chirografaire schuldeisers.

Voor een synopsis van de voorwaarden voor het beslag en het voorwerp ervan, kan verwezen worden naar het bewarend beslag op onroerend goed.

Voor wat betreft het voorwerp van het beslag, verdient het volledigheidshalve aanbeveling artikel 1563 van het Gerechtelijk Wetboek te vermelden.

In principe heeft een schuldeiser de keuze tussen de beslagbare goederen toebehorend aan zijn debiteur. Echter, in geval een schuldeiser reeds een hypotheek heeft gevestigd op een onroerend goed, dient hij dit eerst uit te winnen en pas een ander goed aan te spreken in zoverre de inkomsten uit het met hypotheek bezwaard goed niet volstaan.

1. Enkele specifieke gevallen

Onverdeeldheid

Indien het onroerend goed aan meerdere mensen toebehoort spreken we van een onverdeeldheid.

In afwijking van het bewarend beslag waarbij de eigenaars niet buiten het bezit worden gesteld van het beslagen goed, dringt zich in geval van uitwinning wel degelijk de noodzaak op om uit onverdeeldheid te treden.

In geval de eigenaars niet allen schuldenaar zijn van de schuldvordering waarvoor beslag wordt gelegd, kan de uitwinning dan ook pas doorgaan op het moment van de verdeling. De betekening van het bevel of het leggen van het uitvoerend beslag op zich kan probleemloos voorafgaand gedaan worden.

Artikel 1561 van het Gerechtelijk Wetboek:

"Niettemin kan het beslag op het onverdeelde aandeel van de schuldenaar door zijn persoonlijke schuldeisers niet worden ten uitvoer gebracht vóór de verdeling of de veiling, die zij kunnen vorderen of waarin zij gerechtigd zijn tussen te komen, met dien verstande dat de overeenkomst van onverdeeldheid gesloten vóór de vordering tot verdeling of vóór de akte tot vestiging van de hypotheek, moet worden in acht genomen.

In geval van veiling gaat het recht van de hypothecaire schuldeiser over op het aandeel van de schuldenaar in de prijs, onverschillig wie de verkrijger is, doch met uitzondering van de medeveiler wiens onverdeeld aandeel hypotheek bezwaard was.

In geval van verdeling met opleg worden de sommen die de deelgenoot gehouden is uit te keren, aangewend tot voldoening van de bevoorrechte of hypothecaire schuldvorderingen die deze eigenschap zouden verliezen, en wel volgens de rang van die schuldvorderingen op het ogenblik van de verdeling."

De vordering van de schuldeiser om uit de onverdeeldheid te treden is dan ook een eigen recht dat uit voornoemd artikel kan worden afgeleid, zodat de schuldenaar niet eerst moet worden aangemaand.

Echtgenoten

Conform artikel 1562 van het Gerechtelijk Wetboek kan de uitwinning van de onroerende goederen die tot het gemeenschappelijk vermogen behoren tegen de schuldenaar en zijn echtgenoot worden voortgezet, om een schuld te zien voldoen die hetzij gemeenschappelijk is aan beide echtgenoten, hetzij een eigen schuld betreft die het gemeenschappelijk vermogen bezwaart.

Indien een schuldeiser zijn schuldvordering wil verhalen op één van de echtgenoten, of beiden, zal steeds het toepasselijke huwelijksvermogensstelsel in rekening moeten genomen worden.

Immers, echtgenoten die gehuwd zijn onder gemeenschap van goederen (het wettelijk stelsel) zullen het gemeenschappelijk vermogen tot onderpand hebben van schuldeisers, terwijl een huwelijk met scheiding van goederen enkel het eigen vermogen van elk van de echtgenoten blootstelt. In dat laatste geval zal de uitwinning van de schuldeiser zich beperken tot deze eigen goederen.

2. Procedure

De wetgeving rond het hypothecair krediet heeft in enkele specifieke bepalingen voorzien voor wat betreft de tenuitvoerlegging.

Bij toepassing van artikel 59, §1, van de wet op het hypothecair krediet (WHK) dient de kredietgever die beschikt over een vonnis of een andere authentieke akte en de intentie heeft om een maatregel van tenuitvoerlegging of beslag te nemen, in de eerste plaats een poging tot minnelijke schikking. Dit dient te gebeuren op initiatief van de schuldeiser, en dit voor ieder bevel wordt betekend.

De poging tot minnelijke schikking dient enkel te gebeuren ten aanzien van een fysiek persoon die een krediet is aangegaan geheel buiten de professionele sfeer.

Betekening van een bevel

In tegenstelling tot de procedurele voorschriften voorzien voor het bewarend onroerend beslag, dient er voor het uitvoerend beslag voorafgaandelijk een bevel tot betalen te worden betekend.

Artikel 1564 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt de verplichte vermeldinge n van dit bevel:

  • Volledig afschrift van de titel, indien deze nog niet aan de debiteur betekend was;
  • Keuze van woonplaats in het arrondissement waar de rechter die van het beslag kennis moet nemen, zitting houdt;
  • Vermelding dat bij gebreke van betaling, beslag zal worden gelegd op het goed;
  • Naam, voornamen, beroep, woonplaats, datum en plaats van geboorte van de schuldenaar;
  • De basisvermeldingen van artikel 43 van het Gerechtelijk Wetboek;
  • De kennisgeving dat de schuldenaar aan de beslagrechter elk aankoopbod uit de hand van zijn onroerend goed kan overmaken binnen de 8 dagen na betekening van het beslagexploot.

Conform artikel 1567 van het Gerechtelijk Wetboek is het bevel zes maanden geldig, d.w.z. dat het bevel na zes maanden moet gevolgd worden door een exploot van beslaglegging. Indien deze termijn wordt overschreden, houdt het bevel van rechtswege op gevolg te hebben.

De betekening van het bevel voorafgaand onroerend beslag heeft enkele gevolgen voor de beschikbaarheid van de goederen. Onder meer geldt het bevel als ingebrekestelling en stuit het het rechtsmiddel van de verjaring in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek.

Indien het bevel de voormelde verplichte gegevens bevat, kan het worden overgeschreven op het hypotheekkantoor van de plaats waar de goederen gelegen zijn. Het betreft dan ook geen verplichting.

De overschrijving van het bevel heeft een geldigheidsduur van zes maanden en kan wege van een verzoekschrift vernieuwd worden voor een termijn van zes maanden.

Het betreft de eerste daad van tenuitvoerlegging met een meer gevorderde onbeschikbaarheid van de onroerende goederen als gevolg; de debiteur mag het goed niet langer vervreemden of hypothekeren.

De rechtsmiddelen

Het verzet

De schuldenaar kan de vervolgende schuldeiser dagvaarden voor de beslagrechter wegens onregelmatigheid van het bevel, en dit onder andere op basis van vormgebreken van het bevel zonder enig schorsend effect tot gevolg, of omwille van een gebrekkige titel. Het verzet waarbij men de geldigheid van de uitvoerbare titel aanvecht, werkt wel schorsend.

Uitstel van betaling

Artikel 1334 van het Gerechtelijk Wetboek luidt als volgt:

"Wanneer de tenuitvoerlegging of het beslag plaatshebben krachtens een andere authentieke akte dan een vonnis, moet de aanvraag tot het verkrijgen van uitstel bedoeld in artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek, op straffe van verval gedaan worden binnen vijftien dagen te rekenen van het bevel of, indien er geen reden tot bevel was, van de betekening van de eerste akte van beslag aan de schuldenaar."

Dit recht om gematigd uitstel van betaling te vragen, is van openbare orde en kan niet worden uitgesloten. Voorwaarde hiertoe is wel dat de debiteur ongelukkig en ter goeder trouw is.

De mogelijkheid voor de debiteur om betalingstermijnen te verzoeken, verloopt vanaf het moment dat de schuldenaar door de notaris overeenkomstig artikel 1582 van het Gerechtelijk Wetboek werd aangemaand om van de verkoopsvoorwaarden kennis te nemen.

Het beslag

Binnen de zes maanden, maar -op straffe van nietigheid- enkel na verloop van vijftien dagen na de betekening van het exploot van bevel, dient het beslag te worden gelegd.

Na zes maanden dient opnieuw een bevel tot betalen betekend worden.

Overeenkomstig artikel 1568 van het Gerechtelijk Wetboek bevat het beslagexploot de volgende vermeldingen:

  • Aangifte van de uitvoerbare titel;
  • De vermelding van de beslagen goederen op de wijze beschreven in artikel 144 van de Hypotheekwet;
  • Vermelding van de rechter die over het verzoekschrift zal beschikken;
  • De mogelijkheid voor de debiteur om binnen de acht dagen een aankopbod uit de hand te doen;
  • De identiteit van de beslagene.

Analoog met de mogelijkheid die ook aan het bevel wordt verleend, wordt ook het beslagexploot overgeschreven op het hypotheekkantoor. In dit kader betreft het echter een verplichting conform artikel 1569 van het Gerechtelijk Wetboek, en is de overschrijving niet facultatief:

"Het beslagexploot moet uiterlijk binnen vijftien dagen in het daartoe bestemde register worden overgeschreven op het hypotheekkantoor van de plaats waar de goederen gelegen zijn, voor het gedeelte van de in beslag genomen goederen dat in het arrondissement ligt."

Bij gebreke aan (tijdige) overschrijving, is het beslag nietig. Opnieuw geldt de datum van afgifte van het beslagexploot als dagtekening van de overschrijving.

De overschrijving geldt voor een termijn van drie jaar en kan bij wege van verzoekschrift aan de hypotheekbewaarder hernieuwd worden.

Het beslag heeft geen eigendomsoverdracht tot gevolg en geeft enkel het recht aan de schuldeiser om het goed te doen verkopen. Weliswaar krijgt het eigendomsrecht in hoofde van de schuldenaar een geheel andere invulling. Hij mag immers het onroerend goed niet meer hypothekeren of vervreemden en zal in feite moeten handelen in het belang van de schuldeisers.

Het verzet

De schuldenaar kan de schuldeiser dagvaarden voor de beslagrechter wegens onregelmatigheid van het beslag of de titel.

Het verzoekschrift en de beschikking tot aanstelling van de notaris

De schuldeiser heeft overeenkomstig artikel 1580 van het Gerechtelijk Wetboek een maand na de overschrijving van het beslag de tijd om een verzoekschrift in te dienen bij de rechter waarin hij om de aanstelling van een notaris verzoekt die zal belast worden met de veiling of de verkoop uit dehand van de beslagen goederen.

De termijn van één maand is geen vervaltermijn en niet op straffe van nietigheid voorgeschreven.

Het is de beslagrechter die bevoegd is in het arrondissement waarin het onroerend goed gelegen is, die kennis zal nemen van het verzoekschrift, dat moet voldoen aan de vereisten van artikel 1026 van het Gerechtelijk Wetboek.

Het verzoekschrift bevat daarnaast:

  • Het originele exploot van bevel;
  • Het originele exploot van beslag;
  • De uitvoerbare titel;
  • De uittreksels uit de kadastrale legger;
  • De eventuele machtiging om uit de hand te verkopen.

De beslagrechter beslist over de keuze van de notaris. Binnen de vijftien dagen na de uitspraak wordt de uitgifte van de beschikking tot benoeming van de notaris aan hem bezorgd tegen eenvoudig ontvangstbewijs. In principe is deze verplicht zijn ambt te verlenen. Indien het hem onmogelijk is de opgelegde taak te vervullen, kan om zijn vervanging worden verzocht bij de beslagrechter.

Tegen de beschikking die ex artikel 1580 van het Gerechtelijk Wetboek voortvloeit, kan zowel hoger beroep door de verzoeker als derdenverzet door de beslagene worden ingesteld. Voor beide rechtsmiddelen geldt een termijn van één maand na de betekening.

Hoewel de betekening van de beschikking geen wettelijke verplichting is, kan deze wel worden betekend aan de beslagene louter om de termijn voor derdenverzet te laten lopen. Het verzet heeft geen schorsende werking.

Verkoop uit de hand

Op verzoek van de beslagene

Zowel in het exploot van bevel als het exploot van beslag wordt de debiteur ter kennis gebracht dat hij de onroerende goederen ook uit de hand kan verkopen.

De procedure wordt beschreven in artikel 1580bis van het Gerechtelijk Wetboek. De verkoop uit de hand zal bij eenzijdig verzoekschrift geschieden en dient een concreet koopbod te bevatten.

De rechter houdt in zijn beoordeling rekening met de belangen van alle partijen en zal de noodzakelijke richtlijnen geven. In zijn beschikking zullen de verschillende modaliteiten van de onderhandse verkoop beschreven staan, evenals de notaris die hij aanduidt en de termijn waarbinnen de verkoop moet verwezenlijkt zijn.

De beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep.

Op verzoek van de beslagleggende schuldeiser

Er kan ook een verzoekschrift tot onderhandse verkoop door de beslaglegger worden neergelegd, overeenkomstig artikel 1580ter van het Gerechtelijk Wetboek.

Dit zal neergelegd worden samen met de exploten van bevel, beslag, de titel, de kadastrale uittrekels en door een notaris ontworpen verkoopakte.

De rechter zal in zijn beslissing rekening houden met de belangen van alle schuldeisers, de schuldenaar en de gebeurlijke derde-bezitter. In zijn beschikking zal hij de getroffen modaliteiten opnemen, evenals de notaris die door hem gelast wordt en de termijn waarbinnen de verkoop moet afgewikkeld zijn.

Openbare verkoop

Verkoopsvoorwaarden

Indien er geen onderhandse verkoop van het onroerend goed plaatsvindt of de beslagrechter dit geweigerd heeft, dienen er algemene verkoopsvoorwaarden te worden opgesteld die het juridisch kader zullen schetsen van het verdere verloop.

Deze voorwaarden zullen de rechtsverhouding beschrijven zoals die zal tot stand komen tussen de beslagene, diens schuldeisers en de koper.

De verplichte vermeldingen in de verkoopsvoorwaarden worden bepaald door artikel 1582, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek:

"De door de benoemde notaris opgemaakte verkoopsvoorwaarden vermelden de dag van de verkoop en bevatten overwijzing van de prijs aan de ingeschreven schuldeisers en aan de schuldeisers die een bevel hebben doen overschrijven.

Zij vermelden de maatregelen die voor de bekendmaking zullen worden genomen. Deze bekendmaking maakt geen melding van de gedwongen aard van de verkoping."

De schuldenaar en de schuldeisers die in hypothecaire publiciteit voor een betekend bevel of bewarend beslag hebben voorzien, worden minstens één maand voor de verkoop bij deurwaardersexploot aangemaand om kennis te nemen van de verkoopsvoorwaarden en aanwezig te zijn bij de toewijzing.

In geval van onenigheid dienen de partijen dit binnen de acht dagen na de aanmaning ter kennis te brengen van de notaris; de wijze waarop is onbepaald. Na deze termijn kunnen de verkoopsvoorwaarden niet meer gewijzigd worden door de notaris en zijn alle onregelmatigheden gedekt.

Het proces-verbaal wordt door de notaris neergelegd ter griffie. De beslagrechter zal de dag van de terechtzitting bepalen en op de zitting de mogelijke betwisting over de verkoopsvoorwaarden behandelen.

Van deze voorwaarden wordt overeenkomstig artikel 1584 Ger.W. melding gemaakt op de kant van de overschrijving van het beslag op het hypotheekkantoor. Derwijze wordt het beslag gemeen aan alle schuldeisers. Elke schuldeiser kan de uitwinning verderzetten.

De verkoop

De verkoopsvoorwaarden bepalen de dag waarop de openbare verkoop zal doorgaan.

De verkoopdag moet op straffe van nietigheid vallen binnen de zes maanden na de beschikking tot aanstelling van de notaris. Indien deze termijn niet gerespecteerd wordt, moet een nieuwe notaris aangesteld worden.

De notaris gaat over tot de openbare verkoop op initiatief van de vervolgende partij of een ingeschreven schuldeiser of een schuldeiser wiens bevel is overgeschreven. Zijn kosten worden gedekt door opbrengst van het uitgewonnen goed.

Overeenkomstig artikel 1587 van het Gerechtelijk Wetboek wordt de toewijzing gedaan op de wijze bepaald door het plaatselijk gebruik. In principe is dit in één enkele zitdag, eerst bij opbod. Op deze zitdag komt in wezen de eigenodmsoverdracht tot stand.

In het belang van alle partijen kan de notaris een tweede verkoopdag bepalen, die ten vroegste na 14 en maximum na 30 dagen plaatsvindt. In dat geval was er op de eerste zitdag louter sprake van een voorlopige toewijzing.

Indien alle schuldeiser aan wie het onroerend beslag gemeen is geworden zich akkoord verklaren, kan de gedwongen verkoop worden omgezet in een vrijwillige verkoop.

Iedereen heeft het recht een hoger bod te doen binnen de vijftien dagen na de toewijzing. De termijn van vijftien dagen is voorgeschreven op straffe van verval.

De toewijzing die volgt op een hoger bod, is definitief. Het hoger bod mag door de notaris geweigerd worden wanneer hij de bieder niet kent of diens solvabiliteit onzeker is. Deze redenen kunnen tevens door notaris worden aangewend om ook een gewoon bod te weigeren. In dat geval dient de notaris zijn weigering te motiveren.

De notaris stelt een proces-verbaal van toewijzing op dat samen met de verkoopsvoorwaarden aan de koper wordt bezorgd. Ten laatste vijftien dagen na het verstrijken van de termijn voor de betaling van de kosten -die in de verkoopsvoorwaarden bepaald is- , dient een uittreksel van de akte van toewijzing betekend te worden aan de beslagene.

De akte van toewijzing levert tegelijk een uitvoerbare titel op om de huurder uit het onroerende goed te doen drijven.