E-jegyzet 3 – Materiális ingó tulajdon lefoglalása (E-jegyzet Szakmai)

  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_validate() should be compatible with views_handler::options_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_submit() should be compatible with views_handler::options_submit($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_style_default::options() should be compatible with views_object::options() in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_style_default.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_validate() should be compatible with views_plugin::options_validate(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_submit() should be compatible with views_plugin::options_submit(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_argument::init() should be compatible with views_handler::init(&$view, $options) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_argument.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter_boolean_operator::value_validate() should be compatible with views_handler_filter::value_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter_boolean_operator.inc on line 0.

Een lichamelijk roerend goed is een goed dat een materieel bestaan heeft en dat verplaatst kan worden (bv. : een televisietoestel, een wagen).

De burgerlijke procedures inzake tenuitvoerlegging, en met name de inbeslagnemingen van lichamelijke roerende goederen, worden geregeld door de wet nr. 91-650 van 9 juli 1991 en het decreet nr. 97-755 van 31 juli 1992.

De schuldeiser die over een uitvoerbare titel beschikt en die het bedrag dat hem door de schuldenaar verschuldigd is wenst terug te vorderen, kan een beslagmaatregel op zijn lichamelijke roerende goederen aanwenden. Op die manier zullen de in beslag genomen roerende goederen verkocht kunnen worden, en zal de schuldeiser het aan hem verschuldigde bedrag kunnen terugvorderen op de opbrengst van deze verkoop volgens de voor elk type beslag specifieke modaliteiten.

In Frankrijk kunnen de lichamelijke roerende goederen op verschillende manieren in beslag worden genomen :

De keuze van de toe te passen procedure is tegelijkertijd afhankelijk van het doel van de procedure (betaling van een geldsom of overhandiging van een goed), van het in beslag genomen voorwerp (een televisietoestel, een voertuig) maar ook van de lokatie ervan (woonruimte van de schuldenaar, brandkast).

Buiten de specifieke voorwaarden voor elk van de burgerlijke procedures inzake tenuitvoerlegging op roerende goederen, die gedetailleerd zullen worden in de onderhavige fiche, zullen de gemeenschappelijke voorwaarden van alle uitvoeringsmaatregelen uiteengezet in fiche nr. 1 vervuld moeten worden. De schuldeiser dient alzo te beschikken over een uitvoerbare titel waarin een zekere, vaststaande en opeisbare schuldvordering wordt vastgesteld die voorzien is van de formule van tenuitvoerlegging.

De inbeslagneming-verkoop

1. Kortom

De inbeslagneming-verkoop is de procedure die de schuldeiser toelaat om één of meerdere lichamelijke roerende goederen toebehorend aan zijn schuldenaar te laten verkopen, en om het bedrag dat hem verschuldigd is terug te vorderen op de opbrengst van de verkoop.

Definitie

De inbeslagneming-verkoop is de procedure die een schuldeiser de mogelijkheid biedt om de goederen van zijn schuldenaar in beslag te laten nemen teneinde deze te laten verkopen en om hiervan de prijs terug te vorderen.

Aanwendingsvoorwaarden van een inbeslagneming-verkoop

Om gebruik te maken van deze burgerlijke procedure inzake tenuitvoerlegging moeten bepaalde voorwaarden vervuld worden :

  • het beslag moet betrekking hebben op een lichamelijk roerend goed ;
  • het beslag moet betrekking hebben op voor beslag vatbare goederen. Artikel 14 van de wet van 9 juli 1991 en artikel 39 van het decreet van 31 juli 1992 stellen een lijst op van goederen die niet voor beslag vatbaar zijn ;
  • indien het beslag plaatsvindt in een woonruimte, is een machtiging van de rechter noodzakelijk indien het beslag strekt tot de invordering van een alimentatievordering waarvan het bedrag lager is dan 535 € in hoofdsom. Daarentegen, indien de in te vorderen schuldvordering hoger is dan 535 € in hoofdsom, dan zal het beslag zonder machtiging van de rechter kunnen worden uitgevoerd ;
  • de betekening aan de schuldenaar van een bevel tot betalen. Dit bevel is de akte via dewelke aan de schuldenaar wordt bevolen om zijn schuld te betalen. Deze akte wordt opgesteld door een gerechtsdeurwaarder die deze ter kennis van de schuldenaar brengt.

De betekening van het bevel tot betalen aan de schuldenaar heeft tot doel om de verjaring te stuiten (de schuldenaar zal het verstrijken van de bepaalde tijd niet kunnen inroepen om te ontsnappen aan de uitvoering van zijn verbintenis) en om de verwijlinteresten te doen lopen.

Er moet een akte van tenuitvoerlegging tussenkomen binnen de twee jaar vanaf de betekening van het bevel tot betalen, bij gebreke waarvan de schuldeiser zal moeten overgaan tot de betekening van een nieuw bevel tot betalen.

De inbeslagneming

De beslagverrichtingen beginnen na het verstrijken van een termijn van acht dagen vanaf de betekening van het bevel tot betalen.

Deze verrichtingen vinden plaats waar de in beslag te nemen lichamelijke roerende goederen zich bevinden. Zij worden uitgevoerd door een gerechtsdeurwaarder.

Zij kunnen gebeuren in handen van de schuldenaar of in handen van de derde die de goederen zou bewaren voor rekening van de schuldenaar.

In het kader van deze verrichtingen, zal de gerechtsdeurwaarder met name overgaan tot een inventaris van de goederen van de schuldenaar en zal hij een akte van beslag opstellen die de onbeschikbaarheid van de in beslag genomen goederen tot gevolg zal hebben.

Na afloop van deze verrichtingen zal worden overgegaan tot de verkoop van de in beslag genomen goederen.

Gevolgen van de inbeslagneming

De verkoop van de in beslag genomen goederen kan in der minne gebeuren (op initiatief van de schuldenaar) of gedwongen (openbare verkoping).

Men dient overigens te benadrukken dat zich, in de loop van de procedure inzake inbeslagneming-verkoop, verschillende incidenten kunnen voordoen. Een persoon die buiten de procedure staat kan immers de eigendom van het in beslag genomen goed inroepen, of de schuldenaar kan het onbeslagbare karakter van het in beslag genomen goed aanvoeren.

2. Praktijk

Deze procedure wordt geregeld door de artikelen 50 tot 60 van de wet van 9 juli 1991 en door de artikelen 81 tot 138 en 268 tot 274 van het decreet van 31 juli 1992.

De voorafgaande vereisten voor de procedure inzake inbeslagneming-verkoop

Om een inbeslagneming-verkoop te kunnen aanwenden, dient het betrokken goed een lichamelijk roerend goed te zijn. Wanneer de maatregel moet worden uitgevoerd in een woonruimte, is een bijkomende formaliteit vereist voor de toepassing ervan.

De lichamelijke roerende goederen

De inbeslagneming-verkoop kan enkel betrekking hebben op lichamelijke roerende goederen. Zijn alzo uitgesloten van deze procedure: de onlichamelijke roerende goederen, de onroerende goederen uit hun aard en de onroerende goederen door bestemming.

Ongeacht of zij in het bezit zijn van de schuldenaar of van een derde, kunnen alle voor beslag vatbare roerende goederen toebehorend aan de schuldenaar het voorwerp uitmaken van een inbeslagneming-verkoop.

Er bestaan onbeslagbare goederen die worden opgesomd in artikel 14 van de wet van 9 juli 1991 en in artikel 39 van het decreet van 31 juli 1992.

Artikel 14 van de wet van 9 juli 1991

Kunnen niet in beslag worden genomen :

  • 1° De goederen die de wet onbeslagbaar verklaart ;
  • 2° De provisies, bedragen en onderhoudsgelden, behalve voor de betaling van de kosten van levensonderhoud reeds voorzien door de beslaglegger aan de beslagen partij;
  • 3° De beschikbare goederen die door de erflater of de schenker niet vatbaar voor beslag werden verklaard, behalve, met de toestemming van de rechter en voor het erfdeel dat hij bepaalt, door de schuldeisers na de akte van schenking of bij de opening van het legaat ;
  • 4° De roerende goederen die noodzakelijk zijn voor het levensonderhoud en het werk van de beslagene en zijn gezin, tenzij voor de betaling van de prijs ervan, binnen de grenzen vastgesteld per decreet in de Raad van State en onder voorbehoud van de bepalingen van de zevende alinea dan onderhavig artikel; zij blijven echter vatbaar voor beslag indien zij zich op een andere plaats bevinden dan waar de beslagene verblijft of doorgaans werkt, indien dit waardevolle goederen zijn, met name omwille van het belang ervan, het materiaal ervan, de zeldzaamheid ervan, de ouderdom of het luxueuze karakter ervan, indien zij hun noodzakelijke karakter verliezen omwille van de hoeveelheid ervan of indien zij lichamelijke elementen van een handelsfonds vormen;
  • 5° De voorwerpen die onontbeerlijk zijn voor mindervalide personen of die bestemd zijn voor de verzorging van zieke personen.

De goederen bedoeld in 4° mogen niet in beslag worden genomen, zelfs voor betaling van de prijs ervan, wanneer zij de eigendom zijn van de begunstigden van het welzijnswerk voor kinderen voorzien in de artikelen 150 tot 155 van het Franse wetboek "Code de la famille et de l'aide sociale".

De onroerende goederen door bestemming kunnen niet in beslag worden genomen behalve het gebouw, tenzij voor betaling van de prijs ervan.

Artikel 39 van het Decreet van 31 juli 1992

Voor de toepassing van artikel 14 (4°) van de wet van 9 juli 1991, zijn niet vatbaar voor beslag aangezien deze noodzakelijk zijn voor het levensonderhoud en het werk van de beslagen schuldenaar en zijn gezin:

  • De kledij ;
  • Het beddengoed ;
  • Het linnengoed ;
  • De voorwerpen en producten die noodzakelijk zijn voor de lichamelijke verzorging en voor het onderhoud van de woning ;
  • De levensmiddelen ;
  • De huishoudelijke artikelen die noodzakelijk zijn voor de bewaring, de bereiding en de consumptie van de voedingsmiddelen ;
  • De toestellen die noodzakelijk zijn voor de verwarming ;
  • De tafel en de stoelen die het mogelijk maken om de maaltijden gezamenlijk te gebruiken ;
  • Een meubel om het linnengoed en de kleding in op te bergen en een meubel om de huishoudelijke artikelen in op te bergen ;
  • Een wasmachine om het wasgoed te wassen ;
  • De boeken en andere voorwerpen die nodig zijn voor de voortzetting van de studies of de professionele opleiding ;
  • De voorwerpen van kinderen ;
  • De persoonlijke of gezinsherinneringen ;
  • De huisdieren of waakdieren ;
  • De dieren bestemd voor het levensonderhoud van de beslagene, evenals de voedingsmiddelen die noodzakelijk zijn voor het kweken ervan ;

De werkinstrumenten die noodzakelijk zijn voor de persoonlijke uitoefening van de beroepsactiviteit.

Een telefoontoestel dat de toegang tot de vaste telefoondienst mogelijk maakt.

De woonruimte

Wanneer het beslag wordt uitgevoerd in de woonruimte van de schuldenaar, is een machtiging van de uitvoeringsrechter noodzakelijk indien het beslag strekt tot de invordering van een andere vordering dan een alimentatievordering waarvan het bedrag lager is dan 535 € in hoofdsom. Een dergelijke maatregel is enkel mogelijk indien het beslag op schuldvorderingen op een depositorekening van de schuldenaar of een beslag op het loon niet mogelijk is.

De inbeslagneming-verkoop is mogelijk in de woonruimte van de schuldenaar, zonder machtiging van de rechter, indien het bedrag van de in te vorderen schuldvordering 535 € in hoofdsom overschrijdt.

Wanneer het beslag wordt uitgevoerd in de woonruimte van de derde (dit wil zeggen bij een persoon die lichamelijke roerende goederen toebehorend aan de schuldenaar bewaart), is de machtiging van de uitvoeringsrechter in alle omstandigheden noodzakelijk.

Voorafgaand aan de procedure van inbeslagneming-verkoop: het bevel tot betalen

Krachtens artikel 50 van de wet van 9 juli 1991 en artikel 81 van het decreet van 31 juli 1992, dient het bevel tot betalen noodzakelijk vooraf te gaan aan de procedure inzake inbeslagneming-verkoop. De beslagverrichtingen beginnen werkelijk na deze fase.

Het bevel tot betalen is de akte middels dewelke aan de schuldenaar, krachtens een uitvoerbare titel, wordt bevolen om zijn schuld te betalen. Dit document wordt opgesteld door de gerechtsdeurwaarder (cfr. fiche nr. 2 - de uitvoeringsinstanties) die dit aan de schuldenaar betekent.

Dit dient het voorwerp uit te maken van een betekening aan de werkelijke woonplaats van de schuldenaar (dit wil zeggen de plaats waar een persoon doorgaans verblijft) volgens de klassieke regels van de betekening per gerechtsdeurwaarder. Het bevel tot betalen mag in geen enkel geval worden betekend aan de gekozen woonplaats van de schuldenaar (dit wil zeggen de plaats waar een persoon geacht zal worden zijn verblijfplaats te hebben voor de tenuitvoerlegging van een akte).

De betekening van het bevel tot betalen geldt als ingebrekestelling van de schuldenaar. Bijgevolg wordt de verjaring van de schuldvordering gestuit en beginnen de verwijlinteresten te lopen.

Binnen een termijn van twee jaar vanaf de betekening dient het bevel tot betalen gevolgd te worden door een akte van tenuitvoerlegging (artikel 85 van het decreet van 31 juli 1992). Bij gebreke zal de schuldeiser moeten overgaan tot de betekening van een nieuw bevel tot betalen.

Het bevel tot betalen, waarin aan de schuldenaar wordt bevolen om het verschuldigde bedrag te betalen, en het vonnis, waarin de schuldenaar wordt veroordeeld tot de betaling van het verschuldigde bedrag, kunnen tegelijkertijd betekend worden.

In overeenstemming met artikel 81 van de wet van 9 juli 1991, dient het bevel tot betalen, op straffe van nietigheid, het volgende te bevatten :

" 1°- Vermelding van de uitvoerbare titel krachtens dewelke de vervolging wordt ingesteld, met de aparte afrekening van de bedragen gevorderd in hoofdsom, kosten en vervallen interesten evenals de aanduiding van de rentevoet ;

2°- Bevel tot betalen van de schuld binnen een termijn van acht dagen, bij gebreke waarvan hij hiertoe gedwongen zal kunnen worden door de gedwongen verkoop van zijn roerende goederen. "

Wanneer het gaat om de invordering van een andere schuldvordering dan een alimentatievordering waarvan het bedrag 535 € in hoofdsom niet overschrijdt, moet het bevel tot betalen, op straffe van nietigheid, eveneens het volgende bevatten :

" 3°- Bevel om aan de gerechtsdeurwaarder van de eiser, binnen een termijn van acht dagen, de naam en het adres van zijn werkgever en de referenties van zijn bankrekeningen of van slechts één van deze twee elementen mee te delen ; er wordt bovendien gemeld dat, indien de schuldenaar niet aan dit bevel voldoet, de "Procureur de la République" gevat zal kunnen worden met het oog op de opzoeking van de noodzakelijke informatie. " (Artikel 83 van het decreet van 31 juli 1992).

De inbeslagneming

De beslagverrichtingen beginnen na het verstrijken van een termijn van acht dagen vanaf de betekening van het bevel tot betalen. Deze verrichtingen gebeuren op de plaats waar de roerende goederen zich bevinden en worden uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarder. Behoudens gerechtelijke machtiging, mag de beslagleggende schuldeiser de gerechtsdeurwaarder niet vergezellen.

Deze verrichtingen kunnen gebeuren in handen van de schuldenaar of in handen van de derde die de roerende goederen bewaart voor rekening van de schuldenaar :

De beslagverrichtingen uitgevoerd tegen de schuldenaar

Herhaald bevel

Eens ter plaatse, herhaalt de gerechtsdeurwaarder mondeling de eis tot betaling aan de schuldenaar die op de plaats aanwezig is; dit is " het herhaalde bevel " (artikel 93 van het decreet van 31 juli 1992).

Indien de schuldenaar zijn verbintenissen niet naleeft, vraagt de gerechtsdeurwaarder hem dan om hem de goederen aan te duiden die het voorwerp zouden hebben uitgemaakt van een vorig beslag (artikel 93 van het decreet van 31 juli 1992). Deze verklaring zal ingeschreven worden op de akte van beslag.

De toegang tot de woning

Indien de schuldenaar zich ertegen verzet dat de gerechtsdeurwaarder het pand betreedt of indien er zich niemand bevindt, zal men kunnen overgaan tot het openbreken van de deuren.

Wanneer het beslag plaatsvindt in een ruimte die dienst doet als woning, zal de gerechtsdeurwaarder enkel kunnen overgaan tot de beslagverrichtingen in aanwezigheid van:

  • de burgemeester van de gemeente, een gemeenteraadslid, een door de burgemeester afgevaardigde gemeenteambtenaar, de daartoe gevorderde politie- of rijkswachtautoriteiten ;

of

  • twee meerderjarige getuigen die zich noch in dienst van de schuldeiser, noch in dienst van de gerechtsdeurwaarder die gelast is met de tenuitvoerlegging bevinden, die de beslagverrichtingen hebben bijgewoond en die hun handtekening op het origineel en op de kopieën plaatsen.
De inventaris

De gerechtsdeurwaarder gaat vervolgens over tot de inventaris van de goederen die in beslag kunnen worden genomen. In de veronderstelling waarin de goederen niet vatbaar zijn voor beslag, of indien geen enkel goed handelswaarde heeft, stelt de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van niet-bevinding op.

Ingevolge deze verrichtingen wordt er door de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van inbeslagneming opgesteld. Dit proces-verbaal van inbeslagneming vermeldt de door deze laatste uitgevoerde stappen en preciseert, op straffe van nietigheid, de door artikel 94 van het decreet van 31 juli 1992 voorziene vermeldingen waaronder de referentie van de titel krachtens dewelke het beslag wordt uitgevoerd en de gedetailleerde omschrijving van de in beslag genomen goederen.

De akte van beslag wordt ondertekend door de gerechtsdeurwaarder.

Overhandiging van de akte van beslag

De procedure verschilt naargelang het feit of de schuldenaar al dan niet aanwezig is bij de beslagverrichtingen :

Indien de schuldenaar aanwezig is, overhandigt de gerechtsdeurwaarder hem rechtstreeks de kopie van de akte. Deze overhandiging geldt dan als betekening. De gerechtsdeurwaarder zal hem er mondeling aan herinneren dat de goederen onbeschikbaar zijn (dit wil zeggen dat deze noch vervreemd, noch als waarborg van een schuld aangewend kunnen worden), dat de schuldenaar hiervan de bewaarder is en dat hij evenwel mag overgaan tot de verkoop in der minne van de in beslag genomen goederen. Deze mondelinge informatie zal vermeld worden in de akte van beslag.

Men dient te benadrukken dat de opbrengst van de verkoop in der minne van de onbeschikbare goederen geconsigneerd wordt in handen van de gerechtsdeurwaarder van de beslagleggende schuldeiser (degene op wiens initiatief het beslag wordt uitgevoerd).

Indien de schuldenaar afwezig was tijdens de beslagverrichtingen, zal de gerechtsdeurwaarder overgaan tot de betekening van de kopie van de akte. De schuldenaar beschikt dan over een termijn van acht dagen om de gerechtsdeurwaarder op de hoogte te stellen van het bestaan van een vorig proces-verbaal van inbeslagneming betreffende dezelfde goederen (artikel 96 van het decreet van 31 juli 1992).

Gevolgen van de akte van beslag

De akte van beslag maakt de in beslag genomen goederen onbeschikbaar. De schuldenaar is hiervan de bewaarder en behoudt op die manier het gebruik ervan, behalve indien de goederen verbruiksgoederen zijn (artikel 97 van het decreet van 31 juli 1992). Hij heeft de mogelijkheid om over te gaan tot de verkoop in der minne ervan. Hij mag deze echter niet vervreemden, noch verplaatsen op straffe van het opleggen van de sancties voorzien in artikel L. 314-6 van het Franse Strafwetboek.

Indien er geldsommen worden gevonden op de plaats van het beslag, worden deze sommen geconsigneerd in handen van de gerechtsdeurwaarder. Er wordt de schuldenaar dan een termijn van een maand geboden om zich hiertegen te verzetten voor de uitvoeringsrechter van de plaats van het beslag. Bij gebreke worden de sommen onmiddellijk toegekend aan de schuldeiser en worden deze in mindering gebracht van het bedrag waarvoor het beslag werd gelegd.

De beslagverrichtingen uitgevoerd tegen de derde houder

De inventaris

Na het verstrijken van een termijn van acht dagen vanaf de betekening van het bevel tot betalen, kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot de inbeslagneming van de goederen die de derde bewaart voor rekening van de schuldenaar.

De inbeslagneming van de goederen in een ruimte die dienst doet als woning van een derde is enkel mogelijk met toestemming van de uitvoeringsrechter.

De gerechtsdeurwaarder zal het beslag pas kunnen uitvoeren nadat hij het bevel tot betalen heeft voorgelegd aan de derde.

De gerechtdeurwaarder vraagt aan de derde houder om de goederen die hij bewaart voor rekening van de schuldenaar kenbaar te maken en om hem te melden of deze het voorwerp uitmaken van een vorig beslag. Indien de derde geen enkel goed toebehorend aan de schuldenaar bewaart of indien hij weigert te antwoorden, stelt de gerechtsdeurwaarder hiervan een akte op met vermelding van de opgelopen sancties, die hij betekent aan de derde (artikel 100 van het decreet van 31 juli 1992).

Indien de derde weigert te antwoorden of indien hij een onjuiste of bedrieglijke verklaring aflegt, kan hij veroordeeld worden tot de oorzaken van het beslag, behoudens zijn beroep tegen de schuldenaar om terugbetaling te bekomen (artikel 99 van het decreet van 31 juli 1992).

Indien de derde verklaart goederen te bewaren voor rekening van de schuldenaar, stelt de gerechtsdeurwaarder een inventaris op van deze goederen die, op straffe van nietigheid, de in artikel 101 van het decreet van 31 juli 1992 voorziene vermeldingen bevat (de vermelding dat de in beslag genomen voorwerpen onbeschikbaar zijn en onder het toezicht van de derde geplaatst zijn, de naam en de woonplaats van de derde, enz....).

De overhandiging van het proces-verbaal

De overhandiging verschilt naargelang van het feit of de derde al dan niet aanwezig was bij de beslagverrichtingen :

Indien de derde aanwezig is bij de beslagverrichtingen, herhaalt de gerechtsdeurwaarder hem mondeling de inhoud van de akte van beslag. De gerechtsdeurwaarder overhandigt hem onmiddellijk een kopie van de akte van beslag ; deze overhandiging geldt als betekening.

Indien de derde de beslagverrichtingen niet heeft bijgewoond, wordt de kopie van de akte hem betekend door de gerechtsdeurwaarder. Er wordt de derde dan een termijn van acht dagen geboden om de gerechtsdeurwaarder op de hoogte te stellen van het bestaan van een vorig beslag op dezelfde goederen en om hem hiervan het proces-verbaal mee te delen.

Na het verstrijken van deze termijn van acht dagen, wordt een kopie van de akte betekend aan de schuldenaar. De akte vermeldt, op straffe van nietigheid, dat de schuldenaar over een termijn van een maand beschikt om over te gaan tot de verkoop in der minne van de in beslag genomen goederen.

Gevolgen van de akte van beslag

Vanaf de akte van beslag, zijn de goederen onbeschikbaar in handen van de derde die hiervan de bewaarder is. De derde kan op elk ogenblik vragen om ontheven te worden van zijn hoedanigheid van bewaarder. In dit geval zal de gerechtsdeurwaarder een nieuwe bewaarder moeten aanstellen en, in voorkomend geval, moeten zorgen voor de ophaling van de goederen.

De derde heeft niet het gebruik van de in beslag genomen goederen, behalve als een aan het beslag voorafgaande beslissing hem dit recht heeft toegekend. De uitvoeringsrechter kan desalniettemin te allen tijde op verzoek de overhandiging bevelen van één of meerdere voorwerpen aan een sekwester die hij aanstelt (artikel 105 van het decreet van 31 juli 1992).

De derde kan overigens een retentierecht op de in beslag genomen goederen inroepen. In dit geval dient hij de gerechtsdeurwaarder hiervan op de hoogte te stellen per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst of door middel van een verklaring gedaan naar aanleiding van het beslag. De beslagleggende schuldeiser beschikt over een termijn van één maand om dit retentierecht te betwisten voor de uitvoeringsrechter van de plaats waar de derde verblijft. Bij gebrek aan verzet van de beslagleggende schuldeiser binnen deze termijn, " wordt de aanspraak van de derde geacht gegrond te zijn voor de noden van het beslag " (artikel 106 van het decreet van 31 juli 1992).

De verkoop van de in beslag genomen goederen

De verkoop kan in der minne of gedwongen gebeuren :

De verkoop in der minne

De schuldenaar kan vrijwillig de in beslag genomen goederen verkopen binnen een termijn van één maand vanaf het beslag. De goederen blijven evenwel onbeschikbaar. De opbrengst van deze verkoop wordt bestemd voor de betaling van de schuldeisers die kunnen weigeren indien zij dit ontoereikend achten.

Deze verkoop is ondergeschikt aan de volgende dubbele voorwaarde:

  • consignatie van de prijs binnen een bepaalde termijn ;
  • aanvaarding door de schuldeiser(s).

Men dient overigens op te merken dat deze verkoop niet wordt uitgevoerd als een traditionele verkoop. De wilsovereenstemming tussen de beslagene (verkoper) en de derde-koper (de koper) volstaat immers niet om de eigendomsoverdracht (en a fortiori de leveringsplicht van het goed of de goederen) teweeg te brengen.

De eigendomsoverdracht is immers onderworpen aan de consignatie van de prijs binnen de termijn van één maand en aan de aanvaarding door de schuldeisers die over een termijn van vijftien dagen beschikken om te beslissen.

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen twee mogelijke situaties :

  • in geval van weigering door de schuldeisers, " zal men pas kunnen overgaan tot de gedwongen verkoop na het verstrijken van de termijn van één maand ";
  • in geval van aanvaarding door de schuldeisers, zal de koper kunnen overgaan tot de consignatie van de prijs opdat de verkoop voltooid wordt. Deze consignatie gebeurt in handen van de gerechtsdeurwaarder van de beslagleggende schuldeiser (dit wil zeggen de schuldeiser op wiens initiatief het beslag wordt uitgevoerd). Deze consignatie vormt de betaling van de prijs. Zij strekt ertoe de eigendomsoverdracht tot stand te brengen, evenals de verbintenis voor de bewaarder van het in beslag genomen goed om dit af te leveren aan de koper.

De gedwongen verkoop

De gedwongen verkoop gebeurt openbaar, na het verstrijken van de termijn van één maand voorzien voor de verkoop in der minne. Deze termijn wordt verhoogd met de termijn van vijftien dagen die wordt toegekend aan de schuldeisers om een standpunt te kunnen innemen betreffende het prijsaanbod dat hen gedaan wordt in het kader van de verkoop in der minne.

Tenslotte kan de gedwongen verkoop pas tussenkomen binnen een termijn van één maand en vijftien dagen vanaf het beslag.

De verkoop dient het voorwerp uit te maken van een bekendmaking. Deze bekendmaking kan gebeuren via aanplakking of via de pers. De gerechtsdeurwaarder dient de vervulling van deze formaliteiten inzake bekendmaking te bevestigen.

De verkoop wordt verwezenlijkt, hetzij op de plaats waar de in beslag genomen goederen zich bevinden, hetzij in een veilingzaal of een openbare markt, waarvan de geografische ligging het meest geschikt is om met zo weinig mogelijk kosten concurrerende bieders aan te trekken. De keuze behoort toe aan de beslagleggende schuldeiser onder voorbehoud van de regels inzake territoriale bevoegdheid van de ministeriële ambtenaar die gelast is met de verkoop.

De schuldenaar wordt ten minste acht dagen voor de vastgelegde datum, per gewone brief of door middel van elk ander geschikt middel, op de hoogte gesteld van de plaats, de dag en het uur van de openbare verkoping .

De verkoop wordt gedaan door een ministeriële ambtenaar die door zijn statuut bevoegd is om over te gaan tot de openbare verkoping van de lichamelijke roerende goederen.

De verrichting die ertoe strekt de in beslag genomen goederen openbaar te verkopen aan de hoogste bieder is de openbare verkoping.

Deze openbare verkoping is geopend voor iedereen (uitgezonderd de personen die overgaan tot de verkoop) en strekt ertoe om de beste prijs te bekomen. De openbare verkoping vindt plaats aan de hoogste bieder na drie veilingen.

De verkoop eindigt wanneer de prijs van de verkochte goederen de betaling van de beslagleggende schuldeiser in hoofdsom, interesten en kosten mogelijk maakt. De prijs is contant betaalbaar.

Er wordt een verkoopakte opgesteld met vermelding van de omschrijving van de verkochte goederen, het bedrag van de openbare verkoping en de naam en voornaam van de hoogste bieder.

De openbare verkoping brengt, mits contante betaling van de prijs, de eigendomsoverdracht tot stand.

Bij gebrek aan betaling, wordt het voorwerp opnieuw verkocht na rouwkoop (dit wil zeggen nieuwe procedure inzake openbare verkoping omwille van een bod gedaan door een persoon die zijn verbintenissen niet heeft nageleefd, zoals bijvoorbeeld de betaling van de prijs). In geval van wederverkoop tegen een lagere prijs, is de in gebreke blijvende koper gehouden tot het verschil tussen de aanvankelijke koopsom en de wederverkoopprijs ervan.

De incidenten

De incidenten vloeien voort uit betwistingen opgeworpen door de schuldeisers, de derden of de schuldenaar :

Het incident voortvloeiend uit de schuldeisers

De tussenkomst van de schuldeisers van dezelfde schuldenaar die op de hoogte werden gesteld van de aanwending van een beslagprocedure

Buiten de beslagleggende schuldeiser, kunnen andere schuldeisers tussenkomen in de procedure. Om zich bij de procedure te voegen, moeten de andere schuldeisers de verzetprocedure volgen. In het kader van deze procedure, worden deze schuldeisers " verzetdoende schuldeiser " genoemd terwijl de beslagleggende schuldeiser " eerste beslagleggende schuldeiser " wordt genoemd.

Om tussen te komen in de procedure, moet de verzetdoende schuldeiser in het bezit zijn van een uitvoerbare titel waarin een zekere, vaststaande en opeisbare schuldvordering wordt vastgesteld (cfr. fiche nr. 1). Het verzet heeft tot gevolg dat de hoedanigheid van partij in de oorspronkelijke procedure wordt toegekend aan de verzetdoende schuldeiser. De eerste beslagleggende schuldeiser blijft evenwel degene die de rechtsvervolging leidt.

Het verzet kan worden ingesteld tot de controle van de in beslag genomen goederen.

Dit gebeurt per gerechtsdeurwaardersakte die, op straffe van nietigheid, melding maakt van de uitvoerbare titel krachtens dewelke zij wordt ingesteld, van de aparte afrekening van de bedragen gevorderd in hoofdsom, kosten en vervallen interesten, alsook van de rentevoet.

De akte wordt betekend aan de eerste beslagleggende schuldeiser. Deze laatste zet de verkoop alleen voort in zijn naam en namens alle verzetdoende schuldeisers, die inbegrepen zullen zijn in de verdeling van de verkoopprijs.

Het bijkomend beslag

Er kan overigens een bijkomend beslag worden uitgevoerd door de eerste beslagleggende schuldeiser of door de verzetdoende schuldeiser. De gerechtsdeurwaarder stelt een proces-verbaal op dat is onderworpen aan de regels van de inbeslagneming-verkoop. Dit proces-verbaal wordt tegelijkertijd met de akte van verzet betekend indien het bijkomend beslag wordt gedaan op het ogenblik van het verzet.

Indien de eerste beslagleggende schuldeiser de formaliteiten van de gedwongen verkoop niet heeft laten uitvoeren, zal de verzetdoende schuldeiser in de rechten van de eerste beslagleggende schuldeiser gesteld kunnen worden voor de voortzetting van de inbeslagneming-verkoop. De verzetdoende schuldeiser maant de eerste beslagleggende schuldeiser aan om de nodige inspanningen te leveren binnen een termijn van acht dagen, bij gebreke waarvan, de verzetdoende schuldeiser van rechtswege in de rechten van de eerste beslagleggende schuldeiser wordt gesteld.

De gedwongen verkoop kan pas plaatsvinden op alle in beslag genomen goederen na het verstrijken van alle toegekende termijnen voor de verkoop in der minne ervan. De nietigheid van het eerste beslag heeft geen enkele invloed op het bijkomend beslag.

Het verkrijgen van een beslissing van de uitvoeringsrechter of van het akkoord van de beslagleggende schuldeiser en van de verzetdoende schuldeisers zijn de enige middelen om de handlichting te bekomen (dit wil zeggen het wegnemen van het beletsel voor de uitoefening door de schuldenaar van zijn rechten op zijn goed) van de inbeslagneming-verkoop.

De incidenten opgeworpen door de derden

De incidenten opgeworpen door de derden hebben in principe betrekking op de eigendom van een goed. Deze incidenten schorten de procedure op voor de goederen die hiervan het voorwerp uitmaken tot het einde van het geding voor de uitvoeringsrechter.

De derden kunnen de procedure inzake inbeslagneming-verkoop betwisten door middel van twee soorten vorderingen:

  • de vordering tot onttrekking : deze wordt gedefinieerd als de vordering middels dewelke een derde aan de rechtbank vraagt om een goed waarvan hij beweert eigenaar te zijn te onttrekken aan het beslag;
  • de vordering tot terugvordering : deze vordering strekt ertoe het eigendomsrecht dat een persoon op een goed heeft, vast te stellen.

De incidenten opgeworpen door de schuldenaar

Betwisting met betrekking tot de beslagbaarheid van de goederen

Net als de incidenten opgeworpen door derden, schort de betwisting met betrekking tot de beslagbaarheid (cfr. lijst van de onbeslagbare goederen blz.2) van één of meerdere goederen de procedure op voor de goederen die hiervan het voorwerp uitmaken tot het einde van het geding voor de uitvoeringsrechter.

De schuldenaar kan een betwisting met betrekking tot de beslagbaarheid van bepaalde goederen opwerpen voor de uitvoeringsrechter, binnen de termijn van één maand vanaf de betekening van de akte van beslag.

De nietigheden

De nietigheid van het beslag kan gevraagd worden door de beslagen schuldenaar. De ingeroepen nietigheid (dit wil zeggen de sanctie van een rechtshandeling die een gebrek vertoont) kan een nietigheid wegens een gebrek ten gronde zijn (bv. : ontstentenis van bekwaamheid) of een nietigheid wegens een vormgebrek (bv. : verzuim van een formaliteit).

De vordering tot nietigheid schort de beslagverrichtingen niet op, behoudens andersluidende beslissing van de uitvoeringsrechter.

De nietigverklaring van de inbeslagneming-verkoop veroorzaakt de handlichting van het aanvankelijke beslag voor de desbetreffende goederen die opnieuw beschikbaar worden. Indien de nietigheid enkel bepaalde verrichtingen betreft, zal de procedure hernomen worden, behalve voor wat de verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de vordering tot nietigheid betreft.

Omwille van het niet-opschortende karakter van een vordering tot nietigheid, kan toch een openbare verkoping plaatsvinden. Er dient dan een onderscheid gemaakt te worden tussen twee gevallen:

  • indien de nietigverklaring werd uitgesproken na de verkoop maar voor de verdeling van de prijs, kan de schuldenaar de teruggave van het product van de verkoop vragen ;
  • indien de nietigverklaring wordt uitgesproken na de verdeling van de prijs, kan een vordering tot terugbetaling van het ten onrechte uitbetaalde bedrag ten aanzien van de schuldeiser overwogen worden indien de schuldenaar in werkelijkheid niet tot enige schuld gehouden was. Indien de nietigverklaring daarentegen gebaseerd is op het onregelmatige karakter van het beslag, zal de schuldenaar een schadevergoeding kunnen vorderen van de beslagleggende schuldeiser.

Het bewarend beslag (saisie-appréhension)

Het bewarend beslag is een uitvoeringsmaatregel die de begunstigde schuldeiser van een leveringsplicht of teruggaveplicht toelaat om beslag te leggen op roerende goederen die de schuldenaar verplicht is hem te leveren of terug te geven, op grond van een uitvoerbare titel of een bevel van de rechter.

Definitie

Deze burgerlijke procedure inzake tenuitvoerlegging laat de schuldeiser van een leveringsplicht of teruggaveplicht toe om beslag te leggen op de roerende goederen die de schuldenaar verplicht is hem te leveren of terug te geven, op grond van een uitvoerbare titel of een bevel van de rechter.

De inbeslagneming

De verrichtingen kunnen uitgevoerd worden ten aanzien van de schuldenaar of de derde die het desbetreffende goed voor rekening van de schuldenaar zou bewaren.

Over het algemeen zal een bevel tot het leveren of teruggeven van het goed worden betekend, of een aanmaning om het goed af te leveren, naargelang de procedure wordt uitgevoerd ten aanzien van de schuldenaar of de derde houder. Deze akte wordt opgesteld door de gerechtsdeurwaarder die gelast is met de inbeslagneming.

De gerechtsdeurwaarder zal overigens een akte van beslag opstellen.

Eens de beslagverrichtingen werden uitgevoerd, wordt het in beslag genomen goed overhandigd aan de schuldeiser.

Deze procedure wordt bepaald in artikel 56 van de wet van 9 juli 1991, en de artikelen 139 tot 154 van het decreet van 31 juli 1992.

Deze procedure kan worden ingesteld in handen van de schuldenaar (1) of in handen van de derde die het desbetreffende goed bewaart voor rekening van de schuldenaar (2).

1. Het bewarend beslag in handen van de schuldenaar

Er wordt een bevel tot het leveren of teruggeven van de goederen betekend aan de persoon die gehouden is tot de overhandiging van het goed.

Dit bevel bevat, op straffe van nietigheid, de vermeldingen voorzien in artikel 141 van het decreet van 31 juli 1992 (de vermelding van de uitvoerbare titel krachtens dewelke de overhandiging wordt gevorderd, de vermelding dat de persoon het aangeduide goed binnen een termijn van acht dagen op zijn kosten kan laten overdragen naar een plaats en onder de vermelde voorwaarden enz....).

Ongeacht of de overhandiging van het goed vrijwillig gebeurt of dat deze voortvloeit uit de inbeslagneming van het goed, moet er een akte met vermelding van een gedetailleerde staat van het goed worden opgesteld. Deze akte wordt opgesteld door de gerechtsdeurwaarder die gelast is met de inbeslagneming. Dit laat toe om de staat van het goed op het ogenblik van de overhandiging ervan vast te stellen.

Indien het goed in beslag wordt genomen om te worden overhandigd aan de eigenaar ervan, wordt een kopie van de akte van vrijwillige overhandiging of van beslag overgemaakt of aangezegd per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan de persoon die gehouden is om het goed krachtens de uitvoerbare titel af te leveren of terug te geven.

2. Het bewarend beslag in handen van een derde

Indien het goed wordt bewaard door een derde, wordt hem rechtstreeks een aanmaning om het goed te overhandigen betekend door de gerechtsdeurwaarder op verzoek van de schuldeiser.

Een aanmaning is een akte gericht aan de schuldenaar met een uitdrukkelijk verzoek om zijn verbintenissen na te leven en met vermelding van de gevolgen waaraan hij, ingevolge zijn weerspannige houding, wordt blootgesteld.

Deze aanmaning bevat, op straffe van nietigheid, de vermeldingen voorzien door artikel 146 van het decreet van 31 juli 1992.

Nadat de aanmaning werd betekend aan de derde, wordt deze per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aangezegd aan de schuldenaar.

Bij gebrek aan vrijwillige overhandiging van het goed door de derde binnen de toegekende termijn, vraagt de schuldeiser aan de uitvoeringsrechter van de plaats waar deze derde houder verblijft om de overhandiging van het goed te bevelen.

Dit verzoek van de schuldeiser dient te gebeuren binnen de maand volgend op de aanmaning, op straffe van verval ervan.

Dientengevolge zal de gerechtsdeurwaarder kunnen overgaan tot de inbeslagneming van het goed op voorlegging van de beslissing van de uitvoeringsrechter die de overhandiging van het goed aan de schuldeiser beveelt. Er wordt een akte van beslag opgesteld. Er wordt een kopie van deze akte overgemaakt of aangezegd aan de derde per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst.

3. Het bewarend beslag bij gebrek aan uitvoerbare titel

Zoals alle burgerlijke procedures inzake tenuitvoerlegging, kan het bewarend beslag in principe niet worden uitgevoerd zonder uitvoerbare titel. De bijzonderheid van het bewarend beslag bestaat echter in de mogelijkheid die aan de schuldeiser zonder uitvoerbare titel geboden wordt om een beroep te doen op de uitvoeringsrechter teneinde die leemte aan te vullen.

Op die manier kan de verzoeker, indien hij niet over een uitvoerbare titel beschikt, een verzoekschrift indienen bij de uitvoeringsrechter van de plaats waar de schuldenaar verblijft, teneinde een bevel te bekomen om het bepaalde roerende goed te moeten afleveren of teruggeven.

Het verzoekschrift bevat, op straffe van onontvankelijkheid, de omschrijving van het goed waarvan de overhandiging gevraagd wordt. Elk document dat het verzoek rechtvaardigt, wordt bij dit verzoekschrift gevoegd.

De beschikking waarin het bevel om het goed af te leveren of terug te geven vermeld wordt, wordt betekend aan degene die gehouden is tot de overhandiging, met aanmaning om, binnen een termijn van vijftien dagen, hetzij op zijn kosten het aangeduide goed over te dragen naar de plaats en onder de vermelde voorwaarden, hetzij, indien de houder van het goed te doen gelden verweermiddelen heeft, om verzet aan te tekenen op de griffie van de uitvoeringsrechter die de beschikking heeft gewezen.

Bij gebrek aan verzet binnen een termijn van vijftien dagen, kan de schuldeiser aan de griffie de plaatsing van de formule van tenuitvoerlegging vragen.

Vervolgens vindt de inbeslagneming plaats in handen van de persoon die gehouden is tot de overhandiging.

Men dient overigens te preciseren dat er een procedure inzake bewarend beslag bestaat voor de goederen die in een brandkast geplaatst zijn. Deze wordt gereglementeerd door de artikelen 275 tot 277 van het decreet van 31 juli 1992.

Het beslag op landvoertuigen

1. KORTOM

Het beslag op landvoertuigen omvat twee soorten procedures :

De verklaring aan de prefectuur

Deze uitvoeringsmaatregel strekt ertoe de schuldenaar te ontzetten uit het recht om over zijn landvoertuig te beschikken, en met name, om hem te verhinderen dit te verkopen. Deze maatregel is nuttig indien het onmogelijk is om het voertuig te lokaliseren.

Het stilleggen van het voertuig

Deze procedure strekt ertoe om de stillegging van het voertuig te bekomen. Deze maatregel kan over het algemeen beschouwd worden als een handelswijze voorafgaand aan de inbeslagneming-verkoop of het bewarend beslag van het voertuig. Deze blijkt in het bijzonder noodzakelijk wanneer het voertuig gelokaliseerd is.

Er coëxisteren twee soorten procedures inzake het beslag op landvoertuigen : de verklaring aan de prefectuur en de stillegging van het voertuig.

Deze twee procedures beogen niet dezelfde doelstelling en de keuze van de aan te wenden procedure zal met name afhankelijk zijn van het door de schuldeiser nagestreefde doel.

De verklaring aan de prefectuur

Deze procedure strekt ertoe om de schuldenaar te verhinderen om het voertuig over te dragen door middel van een verklaring gedaan aan de prefectuur. Deze verklaring veroorzaakt het verbod voor de prefectuur om een inschrijvingsbewijs af te leveren aan het desbetreffende voertuig. Deze verklaring is gedurende twee jaar van kracht.

Zij is in het bijzonder nuttig wanneer het voertuig niet gelokaliseerd kan worden.

De stillegging van het voertuig

Het stilleggen gebeurt via een gerechtsdeurwaarder die een proces-verbaal van stillegging opstelt.

Dit proces-verbaal geldt als beslag en maakt het voertuig dus onbeschikbaar. Dit kan derhalve noch verkocht worden en noch gebruikt worden als waarborg voor een schuld.

Vervolgens zal men, naargelang de schuldeiser het voertuig wenst te recupereren of wenst te laten verkopen, de procedure inzake inbeslagneming-verkoop of inzake bewarend beslag moeten toepassen.

2. Praktijk

Deze procedure wordt bepaald in de artikelen 57 tot 58 van de wet van 9 juli 1991 en in de artikelen 164 tot 177 van het decreet van 31 juli 1992.

De schuldeiser heeft de keuze tussen twee verschillende procedures: de verklaring aan de prefectuur (a) en de stillegging van het voertuig (b).

De verklaring aan de prefectuur

Deze uitvoeringsmaatregel strekt ertoe de schuldenaar te ontzetten uit het recht om te beschikken over zijn landvoertuig, en met name, om hem te verhinderen dit te verkopen. Deze maatregel is nuttig indien het onmogelijk is om het voertuig te lokaliseren.

De gerechtsdeurwaarder die een uitvoerbare titel bezit, betekent een verklaring aan de prefect van het departement waarin het voertuig is ingeschreven. Er wordt een kopie van deze titel betekend aan de schuldenaar binnen een termijn van acht dagen vanaf de verklaring aan de prefect van het departement.

Deze verklaring verbiedt de prefectuur om een inschrijvingsbewijs voor het desbetreffende voertuig af te leveren.

De betekening van de verklaring heeft ten aanzien van de schuldenaar de gevolgen van een inbeslagneming. Het voertuig is dus onbeschikbaar (het voertuig mag derhalve noch vervreemd worden, noch bestemd worden als waarborg voor een schuld).

De gevolgen van de verklaring aan de prefectuur blijven gedurende twee jaar geldig (hernieuwbaar). Deze verklaring is echter niet tegenstelbaar aan de pandhoudende schuldeiser (dit wil zeggen aan de schuldeiser wiens schuldvordering door een onderpand gewaarborgd wordt).

De stillegging van het voertuig

Deze procedure strekt ertoe om de stillegging van het voertuig te bekomen. Deze maatregel kan over het algemeen beschouwd worden als een handelswijze voorafgaand aan de inbeslagneming-verkoop of het bewarend beslag van het voertuig. Deze blijkt in het bijzonder noodzakelijk wanneer het voertuig gelokaliseerd is.

De gerechtsdeurwaarder kan het voertuig van de schuldenaar in beslag nemen door dit stil te leggen, op ongeacht welke plaats dit zich bevindt, door elk middel dat geen enkele beschadiging van het voertuig veroorzaakt.

Hiertoe stelt de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van stillegging op met vermelding van de uitvoerbare titel die de maatregel rechtvaardigt, van de beschrijving van het voertuig evenals de datum en de plaats van stillegging van het voertuig.

Het werktuig gebruikt om een voertuig stil te leggen moet op zeer zichtbare wijze het telefoonnummer van de gerechtsdeurwaarder vermelden.

Indien het voertuig wordt stilgelegd in het kader van een inbeslagneming-verkoop uitgevoerd in de door de schuldenaar bewoonde ruimtes of in handen van een derde die dit bewaart voor rekening van deze laatste, wordt te werk gegaan als inzake de inbeslagneming-verkoop (cfr. pagina ???- inbeslagneming-verkoop)

In de andere gevallen stelt de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van stillegging op.

Indien het voertuig werd stilgelegd in afwezigheid van de schuldenaar, dient de gerechtsdeurwaarder hem op dezelfde dag op de hoogte te stellen van de stillegging, per gewone brief gestuurd naar of afgegeven op de plaats waar hij verblijft.

De stillegging geldt als beslag, hetgeen het voertuig onbeschikbaar maakt in handen van de eigenaar ervan, die hiervan evenwel de bewaarder blijft.

Het vervolg van de procedure is afhankelijk van het doel waarvoor de vervolging werd ingesteld :

De betaling van een geldsom

Indien het voertuig werd stilgelegd om de betaling van een geldsom te bekomen, betekent de gerechtsdeurwaarder uiterlijk acht dagen na de stillegging een bevel tot betalen aan de schuldenaar.

Indien de schuldenaar zijn verbintenissen niet naleeft, zal het voertuig verkocht worden volgens de procedure van inbeslagneming-verkoop van de lichamelijke roerende goederen (cfr. pagina ???- inbeslagneming-verkoop) onder voorbehoud dat de uitvoeringsrechter uitspraak heeft gedaan over de eventuele betwistingen.

De overhandiging van het voertuig aan de eigenaar ervan

Indien het voertuig werd stilgelegd om te worden overhandigd aan de eigenaar ervan, betekent de gerechtsdeurwaarder uiterlijk acht dagen na de stillegging een bevel tot overhandiging van het voertuig aan de persoon die gehouden is tot de overhandiging.

Indien de schuldenaar dit bevel niet naleeft, wordt het voertuig in beslag genomen en op zijn kosten vervoerd om te worden overhandigd aan de eigenaar volgens de procedure van bewarend beslag.

De overhandiging aan een pandhoudende schuldeiser

Indien het voertuig werd stilgelegd om te worden overhandigd aan een pandhoudende schuldeiser (dit wil zeggen een schuldeiser wiens schuldvordering gewaarborgd wordt door de vorming van een onderpand dat betrekking heeft op een lichamelijk roerend goed), betekent de gerechtsdeurwaarder uiterlijk acht dagen na de stillegging een bevel tot afleveren van het goed aan de persoon die gehouden is tot de overhandiging, met de vermelding dat dit, bij gebreke, op zijn kosten zal worden vervoerd om te worden overhandigd aan de pandhoudende schuldeiser.

De inbeslagneming-verkoop van de in een brandkast geplaatste goederen

1. Kortom

De inbeslagneming-verkoop van de in een brandkast geplaatste goederen is de procedure die de schuldeiser toelaat om één of meerdere lichamelijke roerende goederen toebehorend aan zijn schuldenaar en geplaatst in een brandkast te laten verkopen teneinde het bedrag dat hem verschuldigd is terug te vorderen op de opbrengst van de verkoop.

Definitie

De inbeslagneming-verkoop van de in een brandkast geplaatste goederen is een bijzondere inbeslagneming-verkoop die een schuldeiser toelaat om de goederen van zijn schuldenaar, die in een brandkast geplaatst zijn, in beslag te laten nemen teneinde deze te laten verkopen en zich te laten uitbetalen op de prijs.

De inbeslagneming

Deze inbeslagneming wordt uitgevoerd per betekening van een gerechtsdeurwaardersakte aan de derde-eigenaar van de brandkast (bank, hotel...). Dit beslag is tijdelijk. Zij strekt ertoe de toegang tot de brandkast buiten de aanwezigheid van de gerechtsdeurwaarder te verbieden.

De definitieve inbeslagneming gebeurt op het ogenblik van de opening van de brandkast door de gerechtsdeurwaarder na overhandiging van een bevel tot betalen aan de schuldenaar. In de loop van deze procedure, gaat de gerechtsdeurwaarder met name over tot de inventaris van de in de brandkast geplaatste goederen en bepaalt hij de goederen die al dan niet het voorwerp zullen uitmaken van de beslagmaatregel.

De gevolgen van het beslag

Na afloop van de beslagverrichtingen, wordt aan de schuldenaar gemeld dat hij over de mogelijkheid beschikt om over te gaan tot de verkoop in der minne (op zijn eigen initiatief) van de in beslag genomen goederen. Bij gebreke zullen deze dan het voorwerp uitmaken van een gedwongen verkoop (openbare verkoping).

2. Praktijk

De inbeslagneming-verkoop van de in een brandkast geplaatste goederen wordt gereglementeerd door de artikelen 226 tot 282 van het decreet van 31 juli 1992.

Het beslag wordt uitgevoerd door een aan de derde-eigenaar van de brandkast betekende gerechtsdeurwaardersakte die, op straffe van nietigheid, de vermeldingen voorzien in artikel 266 van het decreet van 31 juli 1992 bevat. In dit stadium is het beslag alleen maar voorlopig. Dit strekt er uitsluitend toe om de toegang tot de brandkast buiten de aanwezigheid van de gerechtsdeurwaarder te verbieden. Het beslag is van toepassing op alle voorwerpen die in de brandkast werden geplaatst zonder een onderscheid te maken tussen beslagbare en onbeslagbare goederen.

Zij heeft tot doel om de schuldenaar die voorwerpen uit de brandkast zou willen halen te belemmeren. Zij zal definitief worden op het ogenblik van de opening van de brandkast door de gerechtsdeurwaarder die dan zal overgaan tot een inventaris en tot een verdeling van de goederen die in beslag genomen zullen worden en de goederen die niet in beslag zullen worden genomen.

De brandkast kan verzegeld worden.

Op de eerste werkdag volgend op de akte van beslag, wordt een bevel tot betalen betekend aan de schuldenaar. Dit bevel bevat, op straffe van nietigheid, de vermeldingen voorzien in artikel 268 van het decreet van 31 juli 1992.

De opening van de brandkast kan pas plaatsvinden na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen vanaf de betekening van het bevel tot betalen. In dit stadium wordt het beslag definitief.

Indien de schuldenaar niet aanwezig is, moet de gedwongen opening plaatsvinden in aanwezigheid van de eigenaar van de brandkast of van diens naar behoren bevoegde beambte. De kosten van opening worden voorgeschoten door de beslagleggende schuldeiser.

Indien de brandkast geopend is, wordt overgegaan tot de inventaris van de goederen die op gedetailleerde wijze beschreven moeten worden. Indien de schuldenaar aanwezig is, wordt de inventaris beperkt tot de in beslag genomen goederen die onmiddellijk zullen worden weggehaald en onder toezicht van de gerechtsdeurwaarder of van een in der minne of op verzoek van de uitvoeringsrechter aangeduide sekwester zullen worden geplaatst.

Indien de schuldenaar afwezig is, worden alle goederen in de brandkast geïnventariseerd. De in beslag genomen goederen worden onmiddellijk weggenomen door de gerechtsdeurwaarder om onder zijn toezicht of onder het toezicht van een sekwester te worden geplaatst.

De niet in beslag genomen goederen worden overhandigd aan de derde die het toezicht op de brandkast heeft of aan een door de uitvoeringsrechter aangestelde sekwester.

De sekwester is verplicht om deze voor te leggen op eenvoudige vordering van de schuldenaar. De gerechtsdeurwaarder kan de uit de brandkast gehaalde goederen fotograferen. Hij stelt een akte op van de verrichtingen.

De schuldenaar wordt ervan op de hoogte gesteld dat hij over een termijn van een maand beschikt om over te gaan tot de verkoop in der minne; bij gebreke waarvan zal worden overgegaan tot de gedwongen verkoop.

De gedwongen verkoop leeft het gemene recht van de artikelen 110 tot 116 van het decreet van 31 juli 1992 (cfr. pagina ????) na.

Het beslag op de oogst op stam

1. Kortom

Het beslag op de oogst op stam is een bijzondere inbeslagneming-verkoop die de schuldeiser toelaat om de oogsten van zijn schuldenaar (eigenaar van de oogsten) in beslag te laten nemen teneinde deze te laten verkopen en het bedrag dat hem verschuldigd is terug te vorderen op de opbrengst van de verkoop.

2. Praktijk

Deze procedure wordt bepaald in de artikelen 134 tot 138 van het decreet van 31 juli 1992.

De oogst op stam zijn natuurlijke of industriële vruchten die bestemd zijn om roerende goederen te worden (bv. : appels).

Hoewel de oogst op stam juridisch gezien van onroerende aard is op het ogenblik van de uitvoering van het beslag, is deze evenwel onderworpen aan de regeling van de roerende uitvoeringsprocedures (omdat deze als roerende goederen bij vervroeging worden beschouwd).

De schuldeiser moet in het bezit zijn van een uitvoerbare titel waarin een vaststaande en opeisbare schuldvordering op de schuldenaar wordt vastgesteld. De schuldenaar van de schuldeiser moet de eigenaar van de oogst zijn.

Het beslag moet worden uitgevoerd binnen de zes weken die voorafgaan aan het gebruikelijke tijdstip van rijpheid.

Het proces-verbaal van inbeslagneming wordt opgesteld door de gerechtsdeurwaarder en bevat, op straffe van nietigheid, de bepalingen van artikel 94, met uitzondering echter van de vermeldingen die vermeld worden in 2° van die tekst, dewelke worden vervangen door de beschrijving van het terrein waar de oogst gelegen is, met de oppervlakte ervan, de toestand ervan en de aanduiding van de aard van de vruchten (artikel 135 van het decreet van 31 juli 1992).

De oogst wordt onder de verantwoordelijkheid van de schuldenaar geplaatst, die hiervan de bewaarder is. Echter, op verzoek van de beslagleggende schuldeiser, kan de uitvoeringsrechter een exploitatiebeheerder aanstellen.

In overeenstemming met artikel 137 van het decreet van 31 juli 1992, wordt de verkoop aangekondigd door middel van affiches in het gemeentehuis en op de markt het dichtst bij de plaats waar de oogst zich bevindt.

De verkoop gebeurt op de plaats waar de oogst zich bevindt, of op de dichtstbijzijnde markt.

Woordenlijst

  • Vordering tot terugbetaling van het ten onrechte uitbetaalde bedrag: vordering die een persoon, die een bedrag heeft betaald waarvan hij of zij niet de schuldenaar was, toelaat om in rechte de terugbetaling te vorderen van dit bedrag door degene die dit ontvangen heeft.
  • Koper: begunstigde van een openbare verkoping
  • Openbare verkoping: verrichting die ertoe strekt een in beslag genomen goed openbaar te verkopen aan de hoogste bieder
  • Onroerend goed: goed dat, door de aard ervan, niet verplaatst kan worden
  • Onbeschikbaar goed: goed dat noch kan worden overgedragen, noch kan worden bestemd als waarborg voor een schuld.
  • Roerend goed: goed dat een materieel bestaan heeft en dat verplaatst kan worden
  • Nietigheid: sanctie van een akte die aanvankelijk geldig was maar waarvan de volledige doeltreffendheid afhankelijk was van een latere gebeurtenis die ontbreekt
  • Pandhoudende schuldeiser: schuldeiser wiens schuldvordering gewaarborgd wordt door een onderpand (het onderpand is een waarborg die betrekking heeft op een lichamelijk roerend goed)
  • Verzetdoende schuldeiser: alle andere schuldeisers van de schuldenaar dan de beslagleggende schuldeiser
  • Beslagleggende schuldeiser: schuldeiser die het initiatief tot het beslag neemt
  • Gekozen woonplaats: plaats waar een persoon geacht zal worden zijn verblijfplaats te hebben voor de tenuitvoerlegging van een akte
  • Werkelijke woonplaats: plaats waar een persoon doorgaans verblijft
  • Rouwkoop : bod gedaan door een persoon die koper geworden is, maar die zijn verbintenissen niet naleeft (niet-betaling van de prijs of van de kosten van toewijzing). Deze persoon wordt de in gebreke blijvende koper genoemd.
  • Onroerende goederen door bestemming: zaak die als onroerend wordt beschouwd krachtens de wet aangezien deze werd bevestigd aan een blijvend onroerend goed of werd bestemd voor de exploitatie en de dienst van een onroerend erf
  • Blijvende onroerende goederen: roerend goed dat feitelijk is bevestigd aan een onroerend goed en dat niet kan worden losgemaakt zonder schade
  • Onontvankelijkheid: sanctie van een vordering ingesteld door een persoon die niet het recht heeft om in rechte op te treden, die er geen belang bij heeft om in rechte op te treden of die geen hoedanigheid heeft om in rechte op te treden
  • Handlichting: opheffing van een blokkering, van een rechtsbeletsel voor de verwezenlijking van een daad of voor de uitoefening van een recht
  • Onlichamelijke roerende goederen: goederen die ontsnappen aan elke materiële inbeslagneming. Zij zijn ontastbaar.
  • Roerende goederen bij vervroeging: onroerende goederen die nog niet los van de grond zijn, die men als roerende goederen beschouwt omdat zij bestemd zijn om dit te worden
  • Verwijl-: vergoeding van de schade voortvloeiend uit de vertraging in de uitvoering van een verbintenis (bv.: verwijlinteresten)
  • Nietigheid: sanctie van een rechtshandeling die een vormgebrek vertoont (bv.: verzuim van een formaliteit) of een gebrek ten gronde (bv.: ontstentenis van bekwaamheid om in rechte op te treden)
  • Verzet: procedure die de andere schuldeisers van de schuldenaar toelaat om zich bij de procedure ingesteld door de beslagleggende schuldeiser te voegen teneinde te delen in het resultaat van het beslag, en zelfs teneinde dit te verrijken, door hier andere goederen in op te nemen
  • Verjaring: middel tot verkrijging of tot verval van een recht door het verstrijken van een zekere tijd
  • Beslagbaarheid: beslagbare karakter van een goed
  • Betekening: aanzegging gedaan door de gerechtsdeurwaarder, bestaand in de overhandiging van een procedureakte aan de geadresseerde ervan
  • Aanmaning : akte opgesteld voor de schuldenaar met het uitdrukkelijke verzoek om zijn verbintenissen na te leven en waarin de gevolgen vermeld worden waaraan hij zich blootstelt ingevolge zijn weerspannige houding.
  • Indeplaatsstelling: mogelijkheid geboden aan een schuldeiser om zich, in een procedure inzake tenuitvoerlegging, in de plaats te stellen van een andere nalatige schuldeiser